De ziekte van Parkinson is een hersenaandoening die het gevolg is van een aanhoudende, onomkeerbare achteruitgang van de bouw en functies van bepaalde hersencellen. De ziekte van Parkinson heeft vaak een erfelijke achtergrond en kan optreden vanaf het 35e levensjaar, maar vooral op hogere leeftijd. Met behulp van deze test kunt u nagaan in hoeverre de specifieke kenmerken van de ziekte van Parkinson op uw situatie van toepassing zijn. De test is anoniem. Er wordt niet gevraagd naar uw naam en adresgegevens.
Symptomen
- Beven (tremor) van de hand(en)
- Verminderd meebewegen van een of beide armen tijdens het lopen
- Verminderde beweeglijkheid en stijfheid in het algemeen
- Houdings- en evenwichtsstoornissen
Wat is het?
De ziekte van Parkinson is een aandoening van het zenuwstelsel met een viertal hoofdkenmerken: trillen (tremor), verminderde beweeglijkheid, stijfheid en houdings- en evenwichtsstoornissen. Ook psychische stoornissen zoals een sombere stemming en geheugenproblemen komen regelmatig voor, evenals een toegenomen speekselproductie, een vette huid en een moeizame stoelgang. Het verminderd meebewegen van een of beide armen tijdens het lopen is doorgaans het eerste verschijnsel van de ziekte van Parkinson. Meestal is het trillen van de hand(en) voor de meeste mensen echter de eerste aanleiding aan deze ziekte te denken. Het trillen is vooral in rust zichtbaar, wordt minder als men bijvoorbeeld iets pakt en is ’s nachts afwezig. Het maakt de indruk van geld tellen of pillendraaien. Ook aan het hoofd of de voet(en) is soms een tremor zichtbaar. Opvallende verschijnselen kunnen verder zijn: een kleiner wordend handschrift, lopen met kleine pasjes, moeite hebben met stoppen en in plaats daarvan steeds harder gaan lopen, weer terugvallen in de stoel na opstaan, moeite hebben met omdraaien bijvoorbeeld in bed, onduidelijk spreken en een strak gelaat met weinig uitdrukking. Emoties kunnen de intensiteit van de verschijnselen beïnvloeden. In het begin van de ziekte is vaak een kant van het lichaam aangedaan, later kunnen beide kanten mee gaan doen. De ziekte van Parkinson ontstaat meestal op oudere leeftijd, gemiddeld rond het 62ste levensjaar, bij tien tot twintig procent van de patiënten voor het 50ste levensjaar. Het beloop van de ziekte is bij iedereen anders, van een milde aandoening met weinig handicaps tot een na verloop van jaren ernstige invaliditeit.