In de loop van het leven kan het gebeuren dat ??n of meer van de bekkenorganen van hun plaats komen en gaan uithangen in de vagina of zelfs uit de vagina naar buiten. Als dat gebeurt spreekt men van een verzakking.
Symptomen
- Een zeurende pijn in de onderbuik en -rug
- Gevoel of er iets naar buiten puilt
Wat is het?
Onder in het bekken van de vrouw liggen drie organen. Vooraan de blaas, daarachter de baarmoeder, achteraan de endeldarm. Deze organen rusten op de bekkenbodem, wat eigenlijk een heel vernuftig opgebouwde spier is. Dwars door de bekkenbodem heen hebben die organen elk een verbinding met de buitenwereld. De blaas via de plasbuis, de endeldarm door de anus en de baarmoeder via de vagina. De bekkenbodemspier kan deze verbindingen gesloten houden, waardoor we de plas en de ontlasting kunnen ophouden. Desgewenst kunnen we een deel van de bekkenbodem ontspannen waardoor we kunnen plassen of ontlasting kunnen hebben. Als een vrouw een kind baart opent de bekkenbodem zich maximaal, waardoor een kinderhoofdje met een doorsnede van dertien centimeter kan passeren. Na de bevalling sluit de bekkenbodem zich weer, zodat plas en ontlasting weer gewoon opgehouden kunnen worden. In de loop van het leven kan het gebeuren dat één of meer van de bekkenorganen van hun plaats komen en gaan uithangen in de vagina of zelfs uit de vagina naar buiten. Als dat gebeurt spreekt men van een verzakking. Een verzakking van de blaas noemt men een cystocèle. De blaas kantelt dan wat naar achteren, de vagina in. Meestal geeft dat geen klachten, soms ontstaan problemen met het ophouden van de plas. Zakt de blaas verder, dan kan deze door de vagina naar buiten uitstulpen. Bij een verzakking van de baarmoeder zakt deze naar beneden in de vagina. Soms zover dat de baarmoedermond in de ingang van de vagina zichtbaar is. Het kan zelfs gebeuren dat de baarmoeder voor een deel naar buiten hangt. Een verzakking van de baarmoeder veroorzaakt meestal een zeurende pijn in de onderbuik en -rug. Een verzakking van de endeldarm noemt men een rectocèle. De voorwand van de endeldarm puilt uit in de achterwand van de vagina. Dat kan problemen geven bij de ontlasting, doordat in het uitpuilende deel van de darmen ontlasting achterblijft.