Mensen met overgewicht hebben een hoger lichaamsgewicht dan op grond van de lichaamslengte gezond kan worden genoemd. Overgewicht is vrijwel altijd het gevolg van een -meestal geleidelijke- toename van de hoeveelheid vetweefsel. Dit omdat de opslag-capaciteit voor suikers en eiwitten beperkt is, maar die voor vetten vrijwel onbeperkt.
Symptomen
- Dikker worden
- Kortademig
- Slechter slapen
- Hogere kans op het krijgen van ziektes zoals hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, kanker en diabetes
Wat is het?
We praten van overgewicht als we zwaarder zijn dan goed voor ons is. De kleren knellen, je bent sneller kortademig, kunt moeizamer de trap op, kunt bijna je schoenen niet meer strikken. Je slaapt er slechter door (door het snurken). Bovendien en dat is niet het minst belangrijk: je voelt je erop aangekeken. Het is ook schadelijk, omdat overgewicht een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten is. Het verhoogt de kans op het krijgen van suikerziekte en hoge bloeddruk. Het vormt een extra belasting voor de gewrichten, vooral van de knieën, heupen en de rug. Het verhoogt de kans op galsteenklachten. Vrouwen met overgewicht hebben bovendien meer kans op het krijgen van borstkanker en baarmoederkanker. Mannen hebben meer kans op het krijgen van prostaatkanker en darmkanker. We onderscheiden twee vormen van vetzucht: het mannelijke of appel type. Dat betekent dat het overmatige vet zich vooral ophoopt rond het middel, in de buik. Daarnaast kennen we het vrouwelijke of peer type, waarbij het meeste vet zich bevindt rond de billen en de dijbenen. Het appeltype van vetverdeling is duidelijk ongunstiger: de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en diabetes is bij deze mensen duidelijk hoger dan bij mensen met het peertype.