Bij kanker is er sprake van cellen die zich ongecontroleerd vermenigvuldigen. Ze vormen met elkaar een gezwel dat dwars door de gezonde weefsels heen groeit en ook kan uitzaaien naar andere plaatsen in het lichaam. Bij longkanker speelt dat proces zich af in de long.
Symptomen
- Een hardnekkige hoest
- Regelmatig wat bloed ophoesten
- Toenemende kortademigheid
- Een fluitende ademhaling
- Een longontsteking die ondanks behandeling maar niet wil genezen of na genezing weer snel terugkomt
- Gewichtsverlies
Wat is het?
Bij kanker is er sprake van cellen die zich ongecontroleerd vermenigvuldigen. Ze vormen met elkaar een gezwel dat dwars door de gezonde weefsels heen groeit en ook kan uitzaaien naar andere plaatsen in het lichaam. Bij longkanker speelt dat proces zich af in de long. Uitzaaiingen van een tumor elders in het lichaam die in de long terecht komen rekent men niet tot de longkankers. Net zoals er verschillende soorten kanker zijn, zijn er ook verschillende soorten longkanker. Het is van belang te weten met welk type tumor men te maken heeft, zodat men daar de behandeling op kan afstemmen. Voor het gemak kunnen we de longkankers verdelen in twee groepen: het kleincellig longcarcinoom (ongeveer 25 procent van alle longkankers) en de overige longkankers. Het beloop van de ziekte en de behandeling zijn voor beide groepen nogal verschillend. Het kleincellig longcarcinoom is als het wordt vastgesteld vrijwel altijd al uitgezaaid. De kanker groeit erg snel en de kans op genezing bedraagt slechts een paar procent. In de groep van de niet kleincellige longcarcinomen ontstaan uitzaaiingen pas later en bij een deel van de patiënten is genezing mogelijk door de tumor chirurgisch te verwijderen. Door doorgroei in andere organen (hart, ribben, slokdarm) kunnen complicaties ontstaan (hartritmestoornissen, pijn, slikstoornissen). Sommige tumoren produceren hormonen waardoor de stofwisseling van het lichaam in de war kan raken. Longkanker zaait uit via de lymfebanen en via het bloed. Uitzaaiingen via de lymfebanen komen in eerste instantie terecht in de lymfeklieren tussen de beide longen. Uitzaaiingen via het bloed gaan vooral naar de botten, de hersenen, de lever en de bijnieren.