Met behulp van deze test kunt u erachter komen in hoeverre de symptomen en oorzaken van een hartziekte op uw situatie van toepassing zijn. De test geeft geen definitieve diagnose. Wij adviseren u wanneer nodig om een arts te raadplegen. De test is anoniem. Er wordt niet gevraagd naar uw naam en adresgegevens.
Symptomen
- Een afwijkende hart- of polsslag: te langzaam, te snel of onregelmatig
- Veroorzaakt niet altijd klachten
- Klachten die kunnen optreden zijn:
- Hartkloppingen
- Een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid of zelfs flauwvallen
- Moeheid, gevoel van zwakte
- Pijn op de borst of benauwdheid
Wat is het?
Iedere hartslag (veroorzaakt door het samentrekken van de gespierde wand van het hart) wordt voorafgegaan door een elektrische prikkel. Deze elektrische prikkel ontstaat in de sinusknoop, een groepje cellen in de wand van de rechter boezem (atrium) van het hart. De prikkel wordt vanuit de sinusknoop geleid naar de beide boezems van het hart en vandaar naar de atrioventriculaire knoop (AV-knoop), op de grens tussen boezems en kamers (ventrikels). Vanuit de AV-knoop loopt een vezelbundel naar de kamers van het hart. De elektrische prikkel kan zo uiteindelijk alle spiervezels van het hart bereiken. Normaal zendt de sinusknoop ongeveer 60 tot 100 prikkels per minuut uit in een regelmatig ritme (het sinusritme). De normale hartfrequentie bedraagt dan ook 60 tot 100 slagen per minuut. Het sinusritme wordt beïnvloed door de ademhaling, het versnelt enigszins tijdens de inademing, vooral bij jongeren. Soms kan het daardoor lijken of het sinusritme onregelmatig is. Ook andere factoren beïnvloeden de sinusknoop en dus de hartslag: bepaalde hormonen (adrenaline) en zenuwprikkels kunnen het hart sneller (bij inspanning, angst of stress) of langzamer (in rust) doen slaan. Er zijn van hartritmestoornissen meerdere indelingen mogelijk. Een overzichtelijke is die welke de ritmestoornissen indeelt in een te langzame hartslag (bradycardie), een te snelle hartslag (tachycardie) en in overslagen (extrasystolen).