Symptomen
- Aanval van drukkende, snoerende pijn op de borst
- Pijn straalt vaak uit naar de hals, kaak en een of beide armen
- Misselijkheid, braken en transpireren
- Angst
Wat is het?
Een hartaanval (myocard infarct) is het plotseling afsterven van een deel van de hartspier als gevolg van de afsluiting van (een tak van) een kransslagader. Dat kan zomaar beginnen, zonder voortekenen, op een willekeurig moment, overdag, ’s nachts, tijdens inspanning of in rust. U voelt plotseling een knellende, drukkende pijn op de borst. De pijn kan uitstralen naar de kaak of naar een of beide armen. De pijn is hevig en beangstigend. U bent misselijk, moet braken en u transpireert hevig. Dit is het klassieke beeld van een hartinfarct en zo wordt het ook vaak gezien. Maar een hartinfarct kan ook een veel minder typisch beeld geven en veel minder uitgesproken zijn, zeker bij bejaarden. Soms zijn er toch wel wat voortekenen geweest. Het blijkt dan dat er in de dagen voorafgaand aan het infarct perioden geweest zijn van druk of pijn op de borst, al dan niet verband houdend met inspanning, maar waarbij de pijn toch weer vanzelf afzakte.
Hoe kom je eraan?
De afsluiting van een kransslagader ontstaat doordat een bloedstolsel zich afzet op een door aderverkalking beschadigd stukje vaatwand. Een hartinfarct is eigenlijk een complicatie van een onderliggende chronische ziekte, de aderverkalking. Dit proces begint al op jonge leeftijd, vanaf het 20ste levensjaar. Jarenlang heeft u daar geen last van, tot er plotseling problemen ontstaan in de vorm van een hartinfarct, angina pectoris, bloedvatvernauwing in de benen (etalagebenen) of een beroerte. De belangrijkste risicofactor voor het ontstaan van aderverkalking is roken. Andere factoren zijn overgewicht, gebrek aan lichaamsbeweging, stress, hoog cholesterolgehalte, hoge bloeddruk en suikerziekte. Ook erfelijkheid speelt een rol: als u familieleden hebt in de eerste graad die voor hun zestigste verschijnselen kregen van bloedvatvernauwing loopt u een verhoogd risico.
Wat kunt u zelf doen?
Als u een hartinfarct krijgt is er weinig wat u zelf kunt doen. Probeer kalm te blijven en alarmeer een arts. Bent u getuige van een hartinfarct bij iemand anders, breng de patiënt dan in een comfortabele situatie en waarschuw onmiddellijk een arts of de ambulance. Laat de patiënt niet alleen. Als hij braakt, zorg dan dat hij zich niet verslikt. Als de patiënt het bewustzijn verliest controleer dan zijn pols. Is er geen pols voelbaar, begin dan met reanimeren (als u hiervoor bent opgeleid). Na het hartinfarct, als u weer opgeknapt en gerevalideerd bent, is het zaak het voortschrijden van de onderliggende ziekte (de atherosclerose) zoveel mogelijk tegen te gaan. Stop dus met roken en meet uzelf een gezonde leefstijl aan. Zorg voor gezonde voeding. Neem voldoende lichaamsbeweging.
Wat doet de dokter?
Als het hartinfarct minder dan zes uur oud is wordt zo snel mogelijk een middel (streptokinase) via een infuus ingespoten. Dit lost bloedstolsels op. Ook kan in de acute fase van het hartinfarct een hartkatheterisatie worden uitgevoerd waarbij de verstopping wordt “gedotterd” (platgedrukt met een ballonnetje). Heeft zich toch een infarct ontwikkeld, dan is het zaak eventuele complicaties te bestrijden. Afhankelijk van de ernst van de klachten kan de cardioloog u medicijnen voor chronisch gebruik voorschrijven. Voor ritmestoornissen zijn verschillende soorten medicijnen beschikbaar. Nadat u uit het ziekenhuis ontslagen bent gaat de behandeling nog door. Regelmatig gaat u naar de hartrevalidatie waar u door sport en spel uw conditie verbetert. Een ander belangrijk doel van de revalidatie is het herwinnen van uw zelfvertrouwen dat na het doormaken van een hartinfarct vaak een fikse knauw gekregen heeft.