Ondanks het rookverbod kunnen mensen last hebben van rook die ‘weglekt’ uit ruimten waar roken is toegestaan. Dat is de belangrijkste oorzaak van overlast in rookvrije ruimten. Het rookverbod is ingesteld om onvrijwillige blootstelling aan tabaksrook te voorkomen op de werkplek, in het openbaar vervoer en in publiek toegankelijke ruimten. Er bestaan draagbare en gebruiksvriendelijke meetapparaten die inspecteurs van de NVWA kunnen helpen te bepalen of het rookverbod is overtreden. Dit kan bijdragen aan een veel gevoeligere en objectievere manier van handhaven. Momenteel worden deze inspecties nog uitgevoerd door in ruimten te kijken en te ruiken (zintuigelijke waarneming). De mogelijkheid om meetapparaten voor dit doeleinde te gebruiken is door het RIVM onderzocht. Met de apparaten kan lucht worden bemonsterd, die daarna in het laboratorium geanalyseerd wordt. De concentratie tabaksrook wordt dan bepaald door de omgevingslucht te analyseren op de geselecteerde indicatorstoffen nicotine en 3-EP. Aanbevolen wordt welke apparaten het meest geschikt zijn voor tabaksrook metingen. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of de apparaten voldoende gevoelig zijn om de concentratie tabaksrook te kunnen bepalen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), die erop toeziet dat de tabakswet wordt nageleefd. Om het rookverbod te handhaven en overlast zoveel mogelijk tegen te gaan wil de de NVWA tijdens inspecties beschikken over ondersteunende detectiemethoden.
-
jun142015
Detectiemethoden ter ondersteuning bij de handhaving van het rookverbod