De kans op borstkanker is groter bij vrouwen die een defect in het betreffende gen hebben. Het gen staat bekend als CHEK2. Op zich is een defect CHEK2 geen reden tot paniek. Alleen wanneer er sprake is van een combinatie met andere genen, ontstaat gevaar. Welke die andere genen zijn, is nog onbekend. Vervolgonderzoek is nodig.
Het onderzoek is toch van belang omdat volgens de onderzoekers er nu een beter inzicht is ontstaan in hoe borstkanker ontstaat. Tevens zijn er nieuwe wegen geopend voor het zoeken naar andere borstkankergenen en het ontwikkelen van betere behandelmethodes.