Uit een promotie-onderzoek van Arthur de Gast (Erasmus MC) komt naar voren dat de zachte weefsels rondom het schoudergewricht een functie hebben die sterk afhankelijk is van de positie van het schoudergewricht. Zo kon worden aangetoond dat de oorsprongspees van de bicepsspier in het eerste deel van de armheffing de rotatiebeweeglijkheid van het schoudergewricht bevordert, terwijl in het tweede deel van de armheffing deze hierop juist remmend werkt. Deze functieverandering was nog niet bekend. Tevens werden de ligging en vormveranderingen (tijdens bewegingen in het schoudergewricht) van de klinisch meest belangrijke slijmbeurs van het schoudergewricht vastgelegd: de bursa subacromialis-subdeltoidea. Veel artsen en fysiotherapeuten veronderstellen dat aandoeningen van deze bursa (zoals een bursitis) en aandoeningen van de aangrenzende zachte weefsels (zoals een peesontsteking) op grond van lichamelijk onderzoek duidelijk van elkaar kunnen worden onderscheiden. Dit onderzoek toont echter aan dat een functioneel anatomische basis voor een dergelijk onderscheid door de innige samenhang van deze bursa en schouderpezen ontbreekt. Bepaalde diagnostische moeilijkheden kunnen hiermee worden verklaard.