Onderzoekster C. Buis van de RUG onderzocht hoe galwegschade kan ontstaan. De samenstelling van de gal blijkt cruciaal. Wanneer er in de gal te veel galzouten aanwezig zijn ten opzichte van de hoeveelheid fosfolipiden, tasten de galzouten de wand van de galwegen aan. Ook lokaliseerde Buis een genetische variatie in de donorlever die verantwoordelijk is voor het transport van fosfolipiden naar de gal, een proces dat na transplantatie de galwegschade mede veroorzaakt. Tenslotte wijst het onderzoek uit dat aanmaak van het eiwit HO-1 tijdens de transplantatie de uitkomsten gunstig beïnvloedt.
Bron: EXED®