De afwijking is eigenlijk erfelijk, maar kan ook voorkomen bij een verhoogd risico op trombose. Iemand kan de ziekte dus ook oplopen als zijn of haar ouders de ziekte niet hebben. De aandoening vergroot de hoeveelheid stollingseiwit in het bloed, waardoor trombose kan ontstaan. Ook is het mogelijk dat er een bloedstolsel ontstaat in de moederkoek. Dit kan leiden tot een miskraam.
Naar schatting heeft zo’n 20 tot 50 procent van de trombosepatiënten de aandoening. Dit komt neer op zo’n 5 procent van de totale Nederlandse bevolking. Onderzoeker J. Minardi, die het onderzoek uitvoerde voor de Nederlandse Hartstichting, verwacht 23 mei te promoveren.
(Bron: Gezondsite)