Doorverwijzing naar de specialist
In het ideale geval zal de verwijzing naar de specialist besloten zijn in gezamenlijk overleg tussen u en uw huisarts. De vraag die vervolgens aan de orde zal komen: naar welke specialist en met welke vraag.
Duidelijk zal zijn dat een goede verwijsbrief van de huisarts aan de specialist, waarin alle noodzakelijke informatie staat en een duidelijke vraag, goede diensten kan bewijzen.
Het kan natuurlijk ook voorkomen dat u het niet met de huisarts eens bent over een verwijzing. Meest voorkomend zal zijn, dat u denkt, dat verwijzing op zijn plaats is, terwijl de huisarts hier een mening over heeft. Als u een goede relatie hebt met uw huisarts, leidt een gesprek over een dergelijk verschil van inzicht meestal tot een soort overeenkomst: u spreekt af dat u de specialist zal bezoeken en als dat niets oplevert, komt u terug bij de huisarts, die met u dan verder gaat op de manier die de huisarts zich had voorgesteld.
Zoals eerder gezegd, het is heilloos om voor elk probleem een specialist te bezoeken en ‘alles’ te laten onderzoeken. Het kan ook nog voorkomen dat na een verwijzing naar een specialist, u en mogelijk ook uw huisarts, eraan twijfelt of de specialist wel de meest optimale behandeling heeft voorgesteld. Zeker als het gaat om heel ingrijpende zaken als een zware operatie, kan het verstandig zijn om nog eens een andere specialist om diens oordeel te vragen (second opinion).
Samen met uw huisarts kunt u de beide adviezen tegen elkaar afwegen. Overigens is het binnen de geneeskunde normaal dat verschillende deskundigen tot een verschillend oordeel komen. Men schat kansen en risico’s anders in op grond van de eigen ervaring die voor elke arts anders is.
Bovendien uit ziekte zich bij elk mens anders en is het niet een kwestie van simpel optellen en aftrekken van verschijnselen. Daarom is het erg belangrijk dat u altijd mee blijft denken en ook uw eigen intuïtie en oordeel mee laat wegen. De vraag aan de specialist zal per persoon en per probleem verschillen. De simpele vraag: ‘Wat is het en doe er wat aan’, is meestal niet de juiste. Om te voorkomen dat alles onderzocht wordt, wat er maar te onderzoeken valt, is het vooral belangrijk om gerichte vragen te stellen. Zelfs met allerlei onderzoeken hoeft de uiteindelijke oorzaak van het probleem niet gevonden te vonden. En heel belangrijk: ook een onderzoek heeft soms ‘bijwerkingen’. Er kunnen infecties en bloedingen opgelopen worden. Bekend zijn complicaties van narcose en operatie en door onnodige röntgenfoto’s krijgt u veel straling te verwerken.
In gesprek met de specialist
Het spreekuur met de specialist verloopt anders dan met uw huisarts. De specialist beperkt zich tot vragen op het gebied waarop hij deskundig is. Omdat u en de specialist in de meeste gevallen vreemden zijn voor elkaar, zal het gesprek waarschijnlijk zakelijker verlopen dan bij de huisarts. Het oordeel dat de specialist uiteindelijk geeft, kan van verschillende aard zijn. Allereerst kan het voorkomen dat de specialist de diagnose stelt en u voor de behandeling terug verwijst naar de huisarts. Ook kan het zijn dat de specialist de behandeling zelf ter hand neemt, soms gedurende jaren. Het is natuurlijk ook mogelijk dat de specialist niets vindt op het gebied waarop de specialist deskundig is. Dat wil niet zeggen dat u in het geheel niets mankeert. De specialist doet geen uitspraak over ziekten waar hij geen verstand van heeft.