In het medicijnkastje

Wat zijn medicijnen?

Een pijnstiller, insuline of een pufje; het zijn allemaal medicijnen. Er zijn twee soorten medicijnen: medicijnen op recept en medicijnen die gewoon te koop zijn, bij drogisterijen, supermarkten en tankstations. Dit zijn de zogenoemde ‘over-the-counter’ of OTC-medicijnen.

Hoe bewaar je medicijnen?

Gebruik een vaste plaats om medicijnen te bewaren. De beste plek is een kastje in de slaapkamer dat afgesloten kan worden. Sommige badkamers hebben een ingebouwd medicijnkastje, maar in de buurt van het bad of de douche kan de lucht vochtig zijn. Daarom is de badkamer niet de meest geschikte plaats om medicijnen te bewaren.

Leg de medicijnen altijd op een vaste plaats waar ze makkelijk zijn te vinden, buiten het bereik van kinderen en het liefst in een medicijnkastje dat kan worden afgesloten. De koelkast is geen goede plek voor de meeste geneesmiddelen.

Wat hoort er in het medicijnkastje?

Behalve de geneesmiddelen die u van de huisarts hebt gekregen, zijn er middelen waarvan het altijd nuttig is ze in huis te hebben:

  • Pijnstillers: paracetamol, ook in kindersterkte.
  • Verband: pleister, steriele gaasjes, zwaluwstaartjes, witte watten en vette watten, een elastisch windsel.
  • Een verbandschaar en een pincet om splinters te verwijderen.
  • Een koortsthermometer.
  • Alcohol 70 procent of een ander ontsmettingsmiddel, bijvoorbeeld op basis van jodium of chloorhexidine.
  • En van de in de vrije verkoop verkrijgbare middelen bijvoorbeeld: middelen tegen diarree; tabletten tegen maagzuur; een hoestdrankje; muggenstift; een zalfje voor jeuk en in de zomer zonnebrandmiddelen.

Geneest een medicijn altijd?

Medicijnen of geneesmiddelen bevatten een chemische stof die een bepaald, in principe gewenst effect heeft, op het lichaam van mens en/of dier. De chemische stoffen in medicijnen kunnen natuurlijk zijn, ze zijn bijvoorbeeld gewonnen uit plantaardige of dierlijke bronnen. Denk hierbij aan insuline of penicilline. Tegenwoordig worden de meeste geneesmiddelen synthetisch gefabriceerd.

De Europese richtlijn (2001/83/EG) geeft de volgende definitie: ‘Geneesmiddel: elke enkelvoudige of samengestelde substantie, aangediend als hebbende therapeutische of profylactische eigenschappen met betrekking tot ziekten bij de mens. Elke enkelvoudige of samengestelde substantie, die aan de mens toegediend kan worden teneinde een medische diagnose te stellen of om fysiologische functies bij de mens te herstellen, te verbeteren of te wijzigen, wordt eveneens als geneesmiddel beschouwd.’

Volgens de wettelijke definitie hoeft een geneesmiddel dus niet altijd te genezen.

SLUIT
SLUIT